vrijdag 15 augustus 2008

Over de Kunst van het Vegen

Een goeie vriendin van me raadde me aan om deze blog zo klein mogelijk te houden. Grootse bespiegelingen, lang uitgerokken metaforen en vergezochte allegorieën, dat is voor zij die ondertussen al wat meer kaas gegeten hebben van de literatuur. En zie je wel? Ik kan ze gewoon niet laten, de hoogdravende woorden. Hoogdravende woorden zijn dan ook bloedgeil. Maar dat daargelaten. Ze laten je er gewoon altijd inlopen, met de voorspiegeling van instantsucces en expresserkenning. Deze blog moet simpel en alledaags blijven. Misschien moest ik gewoon proberen – on line – een soort dagboek bij te houden?
Ik geloof nooit dat een mens elke dag iets meemaakt dat het verhalen waard is – de zwakte van ongeveer elke blog die beschrijft wat, nu ja, wat een mens elke dag meemaakt. Maar je kan natuurlijk maar proberen.
Enkele weken geleden werkte ik een nachtshift bij POMP, een krantendistributiecentrum net buiten Gent. Tot ik een baan als fulltime rockheld krijg, heb ik me voorgenomen me zo lang mogelijk met dit soort baantjes bezig te houden. Dit soort baantjes, of leerkracht wezen. Als één of andere farmareus mij de buitenkans biedt om elke dag opnieuw tussen twee asgrauwe gezichten aan te schuiven in een gigantische rij pc’s, bedank ik vriendelijk. Maar POMP, daar begin ik mij ondertussen danig te amuseren. Je krijgt er de meest fijnzinnige internationale krantentitels onder ogen, je wordt er niet overdreven afgejakkerd en de drankautomaten behoren ongetwijfeld tot de betrouwbaarste van alle industriële drankautomaten in heel West-Europa. Een beker gloeiend hete tomatensoep, 30 eurocent. Kan tellen.
En in de loopbaan van elke POMP’er komt dan het moment dat hij een informele promotie meemaakt. Zo ook gebeurde het vanavond bij mij: ik mocht voor het eerst aan de voorverdelingstafel staan. Normaal begin je als interim in de boxen – gevormd uit lange, uniforme rijen lichtblauwe plastic bakken die op het eind van de avond allemaal in een bestelwagen naar de krantenwinkels gevoerd worden. Het mag duidelijk zijn dat de voorverdelingstafel een behoorlijke trap hoger op de ladder is – zonder de voorverdelingstafel raken de kranten nooit in de boxen.
De vitale aard van het werk dat ik die avond zou verrichten sloeg mij meteen om het hart als een de de eerste aanblik van een bijzonder geslaagde Facebookfoto van jezelf. Mijn borst pompte even aan versneld tempo, en ik trok een trage blik doorheen het reusachtige magazijn. Ondertussen een beetje míjn magazijn. Ik was nu in de leer, bovendien – in direct contact met de voorman. Ik zou nog steeds kranten tellen, en met nonchalante zwaai naar de juiste vaknummers gooien. Maar mijn telling zou wel cruciaal zijn voor het welslagen van een hele boxverdeling. Ik snoof de grote verantwoordelijkheid op als de dampen van een kruidige, zoete thee.
De onuitgesproken privileges die je meteen denkt te kunnen ontlenen aan de informele promotie zijn talrijk, en allemaal even potsierlijk. Op een bepaald moment ging ik even in één van de boxen meehelpen – niets te doen aan de tafel, de ervaren verdeler voélt meteen instinctief aan dat hij elders nodig is. De jongen die in box A1 stond te verdelen – hoogstwaarschijnlijk enkele malen efficiënter en scherper dan ik – wees me erop dat ik eerst de kranten in de verste rij bakken moest verdelen, dat zou makkelijker gaan. Ik voelde meteen een sterke drang om de kranten opnieuw op de tafel neer te ploffen, en de kerel strak aan te kijken – “Hey, arrogante zwabber, mij moet je écht niet meer vertellen hoe je kranten verdeelt.” Eigenlijk wel, maar ik had nu eenmaal achter de voorverdelingstafel gestaan.
Daarna gingen de dingen razendsnel voor me. Door een staking bij de drukkerij arriveerden hele ladingen kranten te laat in het magazijn, en dus werd het plots een wespennest van activiteit die in goeie banen geleid werd door zij die er wérkelijk verstand van hadden. In dat kluwen werd mij en een collega opgedragen even de grote gang te vegen – op die manier konden de heftrucks makkelijker passeren. Geen probleem voor een ervaren voorverdeler als ikzelf. “Ik begin aan deze kant van het magazijn, jij aan de andere kant, en we werken naar elkaar toe,” zo stelde ik de collega voor. Hij wreef even ongeïnteresseerd langs z’n neus en schoffelde naar de andere kant van het magazijn. Mijn borst gloeide: mijn allereerste executive decision!
Wat echt tof is, aan executive decisions, is dat je denkt dat je zonet het warm water uitvond. Of toch twee minuten lang. De lichte meerwaarde aan efficiëntie die je zonet toevoegde aan de werking van een heel magazijn is niet het gevolg van een blikje Red Bull en de daaropvolgende verdelingsrush, maar wel van de creatieve vonken in jóuw brein. Het lijkt zo’n simpele inval, maar ’t is geniaal in al z’n eenvoud, zeggen de yuppie-handboekschrijvers dan. Toch niet, droplul – ’t is in feite gewoon enorm simpel. Maar het geeft je wel een geweldig lucide, euforisch gevoel. Je zou haast denken dat we dit als ras al nodig hebben sinds we puntige rotsen uit hoekige rotsen klieven. En dat is dan weer het mooie aan de moderne corporate emotions. Ze zijn zo puur, meneer.

2 opmerkingen:

Tanguy zei

Ik voer "voted nr. 1 blog" in Google in en waar kom ik op uit?
Die rakkers zijn er toch ook snel bij...

Unknown zei

Ik lees je blog elke dag! Elke dag! En ik word er niet eens voor betaald!